Frederic

Toen ik in 1996 arriveerde in Luang Prabang, waren er nauwelijks toeristen en daardoor ook nauwelijks restaurants anders dan de overigens voortreffelijke lokale restaurants.

Frederic en Vien hadden een half jaar eerder een Frans restaurant geopend. Zij was van oorsprong Luang Prabangse, maar was met haar zussen naar Frankrijk gevlucht toen de communisten aan het bewind kwamen. In Frankrijk had zij Frederic ontmoet een jongeman van twaalf ambachten en dertien ongelukken.

In een gebouw dat aan haar familie behoorde aan de Nam Khan een zijrivier van de Mekong, waarop de jaarlijkse bootrace plaats vindt.

Het gebouw had 2 verdiepingen en in het begin kon je zowel boven als beneden eten.

 

De ambiance was een beetje Frans met een bar en tafels met een kleedje. En de keuken was uitstekend. De expats hadden de gewoonte om elke vrijdag avond bij elkaar te komen voor een biertje een goede maaltijd.

 

Het restaurant liep in het begin niet zo goed omdat er niet genoeg toeristen kwamen, maar toen de Laotiaanse overheid de visa regeling vergemakkelijkte, begonnen de toeristen en vooral de backpackers in grote getale naar Luang Prabang te komen, om daar niet alleen van het architectonisch schoon te genieten. Een pondje opium was er makkelijker te krijgen dan een pondje kaas.

 

Nu was Frederic ook min of meer een drug verslaafde. Hij rookte stevige joints die hij graag deelde met zijn stamgasten. Maar daar bleef het niet bij.

Hij was aan het eind van de avond vaak in zulke hoge sferen dat hij niet meer wist wat wij gegeten en gedronken hadden. We hadden daarom de gewoonte om onze eigen rekening te schrijven en te betalen en daar heeft niemand ooit misbruik van gemaakt.

 

Toch had niemand echt in de gaten hoe zwaar verslaafd hij eigenlijk was. Zijn familie in Frankrijk, stuurde op een gegeven moment een nichtje dat aan hasj verslaafd was naar oom Fred om af te kicken. Dat was niet zo’n goed idee, want het meisje liep ‘s avonds om 7 uur al als een zombie te bedienen en is na een paar maanden met de noorderzon vertrokken.

 

Dit alles ging een jaar of 4 goed. Tot hij uitgekeken was op Vien en hij met lokale meisjes op stap en naar bed ging. Vien accepteerde dit niet en vertrok met hun 4 jaar oude zoontje naar Frankrijk.

 

Er werkte een schoonzusje in het restaurant; een beeldschoon Laotiaans meisje die hij beau cue (lekker kontje) noemde en die hij probeerde te verleiden. Zijn zwager was daar uiteraard niet erg blij mee en zijn vrouw ook niet. Het liep uit op zware ruzies en zij vertrok met hun zoontje naar Frankrijk.

Dat dit niet bevorderlijk was voor Frederics gedrag werd al gauw duidelijk, naast de hasj en de yabah (XTC) begon hij ook alcohol in grote hoeveelheden te drinken.

 

Op een avond tegen sluitingstijd kreeg Frederic hooglopende ruzie met z’n zwager, waarop hij naar zijn slaapkamer ging en terug kwam met een pistool waarmee hij zijn zwager en de paar nog aanwezige gasten bedreigde. Achteraf bleek het pistool niet te zijn geladen, maar dat wist niemand op dat moment. De politie werd gebeld en kwam 6 man sterk naar etablissement. Hij werd ontwapend en meegenomen naar het politie bureau, waar hij werd opgesloten bij nog 30 andere wetsovertreders die allemaal zaten te wachten tot hun zaak voor de rechter behandeld was en dat kon in Laos maanden duren.

Deze mannen zaten in een ruimte van 4 bij 6 meter met een toilet bestaande uit een hokje met een gat in de grond en een wasruimte met een kraan.

Voor eten en drinken moest de familie zorgen en als er geen familie in de buurt was zoals het geval met een Chinees, die daar zat omdat hij een auto ongeluk gehad had, dan was je volledig aangewezen op de goedgezindheid van je mede gevangen.

Nu had Frederic daar geen problemen mee. Hij liet zijn maaltijden bezorgen door de meisjes van zijn restaurant met dagelijks een anderhalve liter fles coca cola die voor helft met whisky gevuld werd. Hij was dan ook een populaire celgenoot. Ik bezocht hem regelmatig en dan vroeg hij mij of ik voor hem een 4 seizoenen pizza wilde bestellen bij de lokale pizzeria, die dat zonder problemen bij het cachot afleverden.

 

Ook vroeg hij zijn stamgasten om als ze op bezoek kwamen, een jointje mee te nemen. Deze werden dan voorzichtig door het kippengaas gestoken. De eerste 3 weken verliepen zo vrij comfortabel en was hij in een goed stemming. Maar er zat geen enkele beweging in de legale procedures. Hij werd nergens van beschuldigd, waardoor een advocaat ook geen actie kon ondernemen. Zelfs de Franse ambassade kon niks gedaan krijgen.

 

Daarom begon hij een hongerstaking, maar omdat hij zijn dagelijks rantsoen met whisky bleef drinken, had dat niet erg veel effect. Toen er na nog eens 2 weken, nog steeds geen actie was ondernomen, stopte hij ook met drinken. Als gevolg daarvan was hij in 3-4 dagen zo verzwakt dat hij naar ziekenhuis gebracht moest worden.

 

Het provinciale ziekenhuis in Luang Prabang had net een vleugel geopend voor buitenlanders. Heel lux, met een aparte badkamer, een bankstel en een koelkast voor de drankjes voor de bezoekers. Omdat hij bleef weigeren te eten en te drinken, zat hij permanent aan de drip. De bezoeken werden steeds gezelliger met een koud biertje en een hapje uit het restaurant. Overdag moest een meisje uit het restaurant hem bewaken, terwijl ‘s nachts een politieman voor de deur sliep.

 

De expats hadden allerlei plannen bedacht om hem vrij te krijgen, maar geen van alle bleek uitvoerbaar. Totdat we op het slimme idee kwamen om de buitenlandse pers (Frans en Thais) in te lichten. En dat werkte inderdaad. Nadat de eerste artikelen over een Fransman die zonder aanklacht gevangen zat in Laos, verschenen in de Franse en Thaise kranten, mocht hij ineens zomaar vertrekken. Onder begeleiding van een Franse arts werd hij naar Vientiane gevlogen en dezelfde dag nog op het vliegtuig naar Bangkok gezet.

 

We hebben vervolgens een hele poos niks van het echtpaar gehoord. Het restaurant werd gerund door de meisjes en dat deden ze uitstekend. Op een dag verscheen Vien weer in Luang Prabang en ze vertelde dat het weer goed ging tussen haar en Frederic en dat ze wilde proberen Frederic weer het land binnen te halen. Maanden is ze bezig geweest om een visum voor hem te regelen en de niet bestaande aanklacht tegen hem te laten in trekken.

 

Frederic zat al die tijd in Changmai in Thailand, drie kwartier vliegen van Luang Prabang. Zij bezocht hem regelmatig en dat resulteerde in een zwangerschap waar ze beiden erg blij mee waren. Hij was inmiddels helemaal afgekickt van de drugs en de drank.

 

Tijdens Pimai 2002 (het Boeddhistische Nieuwjaar), huurde hij een brommer en reed hij naar de Mhong dorpen in het noorden van Thailand. Een dag later werd hij dood gevonden in de slaapkamer van z’n guesthouse; zeer waarschijnlijk een overdosis opium. (z’n familie wilde geen autopsie laten uitvoeren).

 

De hoogzwangere Vien is naar Changmai vertrokken om haar Frederic te laten cremeren. Ze is met zijn as teruggekomen en heeft dat in de Mekong gestrooid. Drie maanden later werd hun dochtertje geboren. Vien verkocht het restaurant aan een rijke Engelsman en verhuisde met de opbrengst naar Vientiane, waar ze een charcuterie begon. Een groot succes. Ze bevoorraad nu alle grote hotels in Vientiane en zelfs Nongkai aan de overkant van de Mekong.

 

Inmiddels heeft ze nu ook een nieuw restaurant geopend: Le petit cochon