Werken in Frankrijk 1963
Een neef van mijn vader was in de jaren 30 naar Frankrijk geëmigreerd. naar Cernay la Ville een dorpje en zuiden van Parijs in de buurt van Chartres. Hij huurde daar een grote boerderij van de Hertog van Dampierre. De boerderij was een in een rechthoek om een “court” gebouwde verzameling van schuren, stallen en een woonhuis met een grote ronde toren op de hoek en een afsluitbare poort. Ik weet niet hoe oud de gebouwen waren, maar in elk geval wel enige honderden jaren.
Het was een gemengd bedrijf met koeien en varkens en veel bouwland waar graan, vlas en uien op verbouwd werden.
Eerst ging mijn oudste broer DirkJan er een zomervakantie werken en een jaar later ging ik met hem mee. We moesten van alles doen, Vlastrekken, aardappelen en uien rooien. Graan ophokken en later op de cour dorsen. (Clochards)
Er werd keihard gewerkt door 2 stagiaires van een landbouwschool, een vaste tractor chauffeur Piet, de oudste zoon Bert en ??? een zoon van een Duitse of Canadese soldaat geboren vlak na de oorlog.
We leverden aardappelen en uien aan CEN Centre Energie Nucleair en mochten in ruil daarvoor de afval van het bedrijfsrestaurant meenemen voor een 40 tal varkens. Tussen dat afval werd dagelijks bestek, borden en kommetjes met het CEN opschrift gevonden. Het meeste werd weer terug gegeven, maar ook mochten veel familieleden een setje mee naar huis nemen.
Mijn oom dorste het graan nog met een oude stilstaande dorsmachine omdat hij graag grote balen stro wilde hebben die hij verkocht aan paardenhouders in de buurt.
Voor het dorsen werden clochards ingehuurd. ’s Morgens vroeg ging Oom A. met zijn pick-up naar bepaalde ontmoetingspunten waar clochards op werk zaten te wachten.
Daar werden dan een stuk of 10 van aangenomen. Het smerigste werkje was bij het persen van de strobalen van ongeveer anderhalve meter insteken van een u vormig ijzer waar dan de binddraden werden doorgestoken. Aan de andere kant stand dan iemand om die draden aan elkaar te knopen. Je stond hier de hele dag in een grote wolk stof.
De clochards mochten net zoveel door mijn tante gemaakte cider drinken en hoewel dat niet erg sterk was kon je daar toch behoorlijk dronken van worden.
Ik stond aan het eind van een jacobsladder de strobalen op te vangen om ze op zolder op te stapelen. We konden dan precies weten wanneer de clochard zat was en vervangen moest worden omdat de lengte van de balen niet constant meer was maar varieerde van 0.50 tot meer dan 2 meter.
Het jaar er op ging ik alleen naar Cernay la Ville met de trein naar Parijs, met de metro van het Gare du Nord naar het Gare d’’Austerlitz ???vervolgens met de trein naar Rambouillet en dan met de bus naar Cernay. Ik was 13 jaar en sprak 3 woorden Frans, maar ik arriveerde wel zonder problemen bij mijn oom en tante. Ik ben er in totaal 4 zomers wezen werken en deed dat met heel veel plezier.
Later ben ik met Nynke op huwelijksreis naar oom A en tante L. geweest, omdat we geen cent te makken hadden en toch wel op stap wilden.Mijn oom moest ’s avonds naar een receptie ter gelegenheid van het huwelijk van de hertog van Dampierre met de dochter van de eigenaar van de Roche farmaceutische fabriek. Hij had de titel en zij had het geld.
Nynke en ik gingen ’s middags in Dampierre kijken waar het huwelijk werd voltrokken in de eeuwenoude kerk, waarna het bruidspaar en de gasten zich naar het familie kasteel aan de rand van het dorp begaven. De Rolls Roycen en Bentleys werden bij de ingang geparkeerd en de gasten moesten een lange oprijlaan naar het kasteel te voet afleggen, wat voor veel dames op naald hakken nogal problematisch was omdat de oprijlaan geplaveid was met keien. Langs de oprijlaan stonden blazers met waldhoorns die blaasconcerten van Mozart speelden, wat in die zetting een indrukwekkend schouw en hoorspel opleverden. Of het bruidspaar nu nog getrouwd is, weet ik niet.
De hertog heeft veel van zijn boerderijen
Vakantie in Cernay-la Ville, Frankrijk bij Oom Anton en tante Lies, neef Bert